Over vlees bestaan een pak misverstanden, vinden voedingswetenschappers. Een aantal van hen is daarom bijeengekomen op een congres om de meest hardnekkige te ontkrachten. U kunt dus gerust weer vleeswaren op de boterham van uw kinderen leggen, niet?

1. Ham is even slecht als smarties

Vlees heeft tegenwoordig een slechte naam en daardoor circuleren er ook veel onwaarheden over, stellen de deskundigen. Ook voor de Vlaamse voedingsdriehoek, die bepaalt hoe een gezond dieet eruitziet, wordt vlees in het ver- domhoekje geduwd. Onverwerkt vlees staat er helemaal onderaan, naast boter. En alles wat verwerkt is, staat zelfs helemaal buiten de drie- hoek. Met daarbij de expliciete waarschuwing dat je er “zo weinig mogelijk” mag van eten.

Wetenschappelijk is dat onfair, zeggen de experts, want daardoor wordt al het verwerkte vlees op een hoopje gegooid. Zo staat gekookte ham op dezelfde hoogte als fastfood of snoepgoed. Terwijl er toch een verschil is.

“Als je kijkt hoe gekookte ham gemaakt wordt,” zegt bio-ingenieur Frédéric Leroy (VUB), “dan wordt dat enkel gekookt en gezouten. Veel mvan de goede voedingsstoffen die vlees bevat, zoals hoogwaardige eiwitten en
andere nutriënten, blijven als het licht verwerkt is, nog steeds behouden. Soms is dat zelfs een goede manier om die stoffen in je dieet op te nemen.”

Volgens Leroy kun je ham dan ook helemaal niet vergelijken met chicken nuggets of ander fastfood, dat voedingswetenschappers ‘ultra- processed’ noemen. Als je verwerkt vlees nog eens gaat frituren, zoals dat bij de meeste snacks gebeurt, is het effect voor de gezondheid uiteraard slecht. “Zeker als je er dan ook nog eens een milkshake bij drinkt.”

2. Vleeswaren eten is het nieuwe roken

De Greenpeace-campagne rond Maya De Bij, die sigaretten uitdeelt aan kinderen, wou er nog eens de aandacht op vestigen. Verwerkt vlees, denk aan ham, preparé of andere vleeswaren, is erg ongezond. Ergo: wie er te veel van eet, krijgt kanker.

De campagne van Greenpeace verwees voor de wetenschappelijke data terug naar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die inderdaad lijkt te stellen dat verwerkt vlees behoort tot de zogenaamde groep 1: ‘kankerverwekkend voor mensen’.

Toch wil professor Stefaan De Smet (UGent) daar enige kanttekeningen bij maken. Hij werkte trouwens zelf mee aan een rapport van het International Agency for Research on Cancer (IARC), waar het WHO zich dan weer op baseert.

“Greenpeace heeft de wetenschappelijke data daar misbruikt”, zegt De Smet. “De IARC heeft gesteld dat een hoog verbruik van vleeswaren een licht verhoogd risico op darmkanker inhoudt. Maar dan moet het al meerdere keren per dag op het menu staan. Ik vergelijk het graag met zon- licht. Overdreven blootstelling is zeker schade- lijk, maar dat betekent niet dat je niet in de zon mag lopen. Integendeel. Je kunt dus niet zomaar stellen dat alle vleeswaren ongezond zijn.

3. Rood vlees veroorzaakt darmkanker

In hetzelfde rapport van het IARC (uit 2015), waarin staat dat er door het eten van verwerkt vlees een grotere kans op darmkanker bestaat, wordt er ook met een waarschuwende vingertje naar rood vlees gewezen. Hoewel minder scha- delijk, zou het toch zeer nefast zijn voor het men- selijk lichaam.

Het rapport, dat doorgaat op 800 wetenschap- pelijke studies, stelt dat er een verband is tussen het eten van rood vlees en darmkanker. Maar daarmee is zeker niet alles gezegd, vindt profes-

sor De Smet. “Wat bijvoorbeeld nog niet duidelijk is,” zegt hij, “is in hoeverre andere factoren zoals een slechte levensstijl of roken meespelen in de resulta- ten. Daar kan men nu nog niet genoeg op corrigeren.”

Eigenlijk hebben de weten- schappers voor het rapport pro- beren onderzoeken hoe sterk het verband is tussen rood vlees en dikkedarmkanker, maar dat is nog niet volledig bewezen – men is er zelfs veel minder zeker van dan bij verwerkt vlees.

Uit het rapport blijkt ook vooral dat het eten van meer of minder rood

vlees een relatief effect heeft op je kans om kan- ker te krijgen. Als iemand per dag 100 gram meer rood vlees eet, dan stijgt die kans met 17 pro- cent. “Dat betekent dus niet dat je het niet meer mag eten”, zegt De Smet. “Rood vlees heeft wel degelijk een plaats in ons dieet, maar je moet de voordelen afwegen tegenover de risico’s. Daarom zegt de WHO dat het prima is om tot 500 gram rood vlees te eten per week.”

4. We eten allemaal te veel vlees

Een ander groot misverstand waar je volgens sommige experts de gevolgen al van begint te zien, is dat we met zijn allen te veel vleespro- ducten op ons bord krijgen. Hoewel sommige mannen van middelbare leeftijd hun gebruik wat mogen terugschroeven, zouden anderen het misschien beter wat opdrijven. “De Britse wetenschappelijke adviescommissie voor voe- ding (SACN) legt de lat op 70 gram rood en bewerkt vlees per dag”, zegt voedingsconsu- lente Carrie Ruxton. “Maar uit gegevens blijkt dat mannen gemiddeld 80 gram per dag eten en vrouwen slechts 40.”

Omdat vlees een heel aantal belangrijke voe- dingsstoffen bevat, bijvoorbeeld ijzer (dat je energiepeil opkrikt), of zink (dat goed is voor je immuniteit en je vruchtbaarheid), moeten vol- gens Ruxton zeker vrouwen, kinderen en ouderen iets meer vlees eten. “Je ziet nu al dat vrouwen in het VK kampen met ijzertekort”, zegt Ruxton. “Ouderen zouden beter wat meer vlees achter de kiezen steken omdat hun spier- massa afneemt, en vlees aminozuren bevat waarmee je spieren kunt opbouwen. Kinderen hebben dan weer nutriënten nodig om te groeien.”

5. Varkensvlees leidt tot hart- en vaatziekten

Professor De Smet vergelijkt dit met de aanname dat je van eieren te eten ook een hartaanval zou krijgen. “Dat is geen probabiliteit”, zegt hij. “Recente studies met betere statistische gegevens hebben dat ontkracht.”

Ook het idee dat er een verband is tussen varkensvlees, cholesterol en hart- en vaatziekten lijkt om dezelfde reden niet meer te kloppen. Dit verband zag het licht in de jaren 50 en 60, op basis van onderzoek dat toen uitwees dat er een “hypothetisch” verband was tussen de drie. Varkensvlees zou veel verzadigde vetten bevatten, die dan weer slecht zijn voor het hart. “Maar die hypothese heeft sindsdien aan geloofwaardigheid verloren”, zegt professor De Smet. “De cholesterol die je via de voeding inneemt is verwaarloosbaar in vergelijking met wat je lichaam sowieso al aanmaakt. Al kunnen we het natuurlijk niet aanraden aan risicopersonen.”

Bron: demorgen.be